2017 (4) - 12 t/m 16 september - Vogezen

Le Donon-Hartmannswillerkopf-Le Linge-Tête des Faux-Tête de Violu

Na enkele dagen noodgedwongen uitstel door kiespijn en bezoek aan de kaakchirurg kon deze reis een aanvang nemen. Doel waren de Vogezen en dan met name (Duitse) stellingen op de heuveltoppen.

Eerste doel was het slagveld uit het begin van de Frans-Pruisische oorlog (augustus 1870) bij Spicheren. Hier staan enkele monumenten die daaraan herinneren.  Ook hier al de bekende ingredienten; Franse strategische onkunde en Duitse Krupp kanonnen die de Fransen uiteenreten.

Na die oorlog werd dit deel van Frankrijk (Elzas-Lotharingen) Duits. De duitstaligheid is trouwens eeuwen ouder. Verder zuidelijk bekijken we de Frans-Duitse Militaire begraafplaats Plaine-de-Walsch. Deze stamt al uit augustus 1914, direct aan het begin van de oorlog, toen de Fransen dachten de Duitsers in hun pantalon rouge en met hun kavalerie te kunnen overlopen. Toen al bleek dat ze niet opgewassen waren tegen de mitrailleur en veldartillerie. Tenzij anders vermeld, zijn de soldaten waarvan de namen voor 1914-1918 zijn genoemd, van de Duitse nationaliteit en dus niet allemaal voor Frankrijk gestorven! 

Ook in Walscheid is zo’n een Frans-Duitse begraafplaats, hier waakt Maria over de gevallenen. Nu gingen we pas echt de bergen in; de eerste stop was op de Col de l’Engin (790m). Hier zijn de ruines van het eindstation van een Duitse kabelbaan te vinden. Even verder op de col tussen de beide Donons in ligt rechts van de weg de Sentier des Bunkers. Een paadje parallel aan de weg wat leidt langs diverse Duitse bunkers in een dicht naaldbos op een steile helling.Getuige een gedenksteen is er ook in WO2 gevochten.

De volgende dag verkenden we een flank van de Tête des Faux. We zagen twee voormalige DUitse militaire begraafplaatsen en diverse bunkers,een  kabelbaanstation, een elektriciteitscentrale observatiepunt, onderkomens etc. Echt de moeite waard. In verband met het aanhoudende slechte weer zochten we een drogere locatie en vonden die in het museum van Le Linge 1915, met de naastgelegen frontlijn. het was al weer even geleden daat we dit museum bezochtten en ik moet zeggen dat het een goede indruk maakte. 

De dag erna was met 4 graden en natte sneeuw zo mogelijk nog slechter. Maar omdat het nieuwe bezoekerscentrum op de Hartmannswillerkopf toch al op het programma stond hebben we dat met een bezoek vereerd. Hier uitleg over de oorlogvoering in de lokale bergachtige omstandigheden, dus over het moelijke terrein, kabelbanen, sneeuw, muilezels etc. In de gierende storm even naar het Memorial en de Necropole gelopen maar vrij snel de auto in naar het Cité du Train (spoorwegmuseum) in Mulhouse. Een zeer groot en compleet museum waar we menig uurtje naar genoegen hebben doorgebracht. 

De laatste dag was uiteindelijk de beste, eindelijk zon en aangename temparaturen. Via een onbekende plek met een overvloed aan monumenten op de Col des Journaux togen we naar de Tête du Violu of Violenkopf. Daar hebben we een prachtige rondwandeling gemaakt die ons langs enorm veel Duitse gebouwen leidde. Deze lagen achter front op een steile heuvelflank buiten bereik van Frans geschut. Hierdoor kon men relatief ongestoord werken aan diverse bouwwerken. Een van de laatste was de meest bijzondere, een zwembad voor officieren. Vers water erin en je kunt zo een duik nemen! De foto’s spreken voor zich. 

Vanuit deze prachtige omgeving daalden we af richting Nederland, maar niet nadat we een korte stop hadden gedaan in Fort Lantin bij Luik. 


Copyright Bas Sjoerts 2005-2020      E-mail b.sjoerts@gmail.com